SV | Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn; |
WLC | וָאֹומַר֮ לַמֶּלֶךְ֒ אִם־עַל־הַמֶּ֣לֶךְ טֹ֔וב אִגְּרֹות֙ יִתְּנוּ־לִ֔י עַֽל־פַּחֲוֹ֖ות עֵ֣בֶר הַנָּהָ֑ר אֲשֶׁר֙ יַעֲבִיר֔וּנִי עַ֥ד אֲשֶׁר־אָבֹ֖וא אֶל־יְהוּדָֽה׃ |
Trans. | wā’wōmar lammeleḵə ’im-‘al-hammeleḵə ṭwōḇ ’igərwōṯ yitənû-lî ‘al-paḥăwwōṯ ‘ēḇer hannâār ’ăšer ya‘ăḇîrûnî ‘aḏ ’ăšer-’āḇwō’ ’el-yəhûḏâ: |
Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!